Door Denne van Knöldert
We doen d’r allemaal heel stoer over, maar wees nou eerlijk, heb jij Teams goed onder de knie? Ik niet. Technisch lukt het aardig overigens. Maar vooral aan de gebruiks(on)gemakken moet ik nog wennen.
Technisch gezien had ik het geluk dat ik het eerste halve jaar van digitaal vergaderen steeds uitgenodigd werd. Ik hoefde alleen maar een link aan te klikken en dan ging het goed. De dag dat ik zelf een meeting moest opzetten had ik de uitnodigingen allemaal wel goed de deur uit gedaan, maar kreeg ik het niet voor elkaar zelf in de vergadering te komen. “De organisator van de vergadering voegt u toe” stond er op het scherm. Maar dat was ik zelf. Iemand anders in de vergadering ritselde dan snel een nieuwe link zodat we konden vergaderen. Het heeft me nog drie meetings gekost voordat ik ontdekte dat ik als organisator in Teams de vergadering moest aanklikken en niet in de link die ik me zelf voor de digitale agenda toestuurde.
Natuurlijk is nu nog niemand van jullie afgehaakt met ‘waar heeft die Denne het in hemelsnaam over’. Daarom een stapje verder: scherm delen vond ik ook nog wel een probleem. Ik had kort voor de vergadering zo’n kaartspelletje gedaan op de laptop en dát werd het scherm dat zich deelde. Is toch minder als je als HBO-docent een nieuwe groep studenten gaat begeleiden. En ja, dat scherm delen had erger gekund.
Ach die techniek. Ik weet ook niet hoe een auto technisch in elkaar zit, maar kan er best goed in rijden. (Tachtig procent van de chauffeurs vindt overigens dat ie beter rijdt dan anderen, dus dar gaat wel iets fout…) Nu we weer naar het werk mogen is het veel interessanter te kijken naar de gebruiksgemakken. Want het is zo verleidelijk terug te vallen in oude gewoontes. Dat je twee uur reist voor een meeting van een uur. Of gekker nog: voor overleg naar Den Haag vanuit vijf hoeken van het land, waardoor je met elkaar een complete werkweek kwijt bent voor overleg van 90 minuten.
Het docentenvoordeel dat ik zie? Ik geef in de collegezaal colleges aan zeventig studenten, omdat er meer niet in kunnen. Dat verhaal sta ik nu al tien jaar lang vier keer per half jaar af te draaien. Ik had het tien jaar geleden moeten opnemen en gewoon digitaal aanbieden. Was ik er meteen niet tien jaar ouder op geworden.
Want daar zit nog wel mijn grootste bezwaar van digitaal bijeenkomen. Eerder keek ik wel eens in de spiegel, een keer of twee per dag hooguit. Nu zie ik me zelf de hele dag door. En dat valt best vies tegen.