Mail aan het begin van het schooljaar: “Uit onderzoek is gebleken dat de ventilatiesystemen van de schoolgebouwen voldoende frisse (buiten)lucht gebruiken, zodat het binnen veilig is.”
Ik moet zeggen dat die mail van de allerhoogste baas mij niet geruststelde. Die had vorig jaar ook gezegd dat rokers niet van het schoolplein te weren zijn omdat ze dan allemaal de naastgelegen woonwijk ingaan, terwijl nu bij wet geregeld is dat alle schoolpleinen van Nederland rookvrij zijn. Geen centje pijn.
Dus vroeg ik waarom (buiten) tussen haakjes stond en of ik dat onderzoek mocht zien.
Buiten had niet tussen haakjes gehoeven, antwoordde ze, ditmaal via de secretaresse, want als je hoog in de rangorde zit, laat je dat soort dingen voor je doen. En het onderzoek was te technisch om te delen, ik kon er gerust op vertrouwen dat het klopte.
Zeg dat niet tegen Knöldert, dat je er gerust op kunt vertrouwen. Dat maak ik zelf wel uit. Bij Ruimtelijke Ordening van de gemeente Raalte zeiden ze dat ook een keer. Ik wilde iets bouwen wat van hen niet mocht. Dat is bij die afdeling meestal zo: eerst bedenken waarom het niet mag, nooit meedenken of het toch mogelijk is. Waarop ik vroeg waarop dat verbod gebaseerd was. “Op een nota. Dat snap je toch niet.” Na lang zeuren kreeg ik die nota toegestuurd, maar daar vond ik alleen maar mogelijkheden voor mijn wens, eigenlijk geen enkel verbod. Toen ik vroeg op welke paragraaf zij hun verbod dan gebaseerd hadden, kreeg ik alsnog de gevraagde vergunning.
Ik heb de schoolbaas niet om het technische rapport gevraagd. Je moet uiteindelijk niet in de hand bijten die je voedt. En klokkenluiders in Nederland lijden meestal een zieltogend bestaan. Ik heb van haar antwoord mijn voordeel gemaakt en vertrouw nu ineens veel meer mensen.
Ik controleer studenten niet meer op het plegen van plagiaat. “Je kunt me daar gerust op vertrouwen,” zeggen ze immers altijd.