Mijn moeder: “Denne, ik heb nu al weer van die smerige pannenkoekjes bij het eten. Die wil ik niet en dat heb ik ook zo ingevuld. Gisteren ook al van die kleffe gebakken aardappeltjes.”
Door Denne van Knöldert
Je bent oud en kunt op een gegeven moment niet goed meer zelf koken. Tafeltje Dekje was vroeger de oplossing én een mooie bijverdienste voor de keuken in het plaatselijke bejaardentehuis. Maar papierschuivers kozen voor schaalvergroting (lijkt goedkoper, is duurder). Mijn moeders eten komt niet meer uit de keuken van Swanewoerd, maar van Ding Dong uit Dronten. Zelfs de naam van dat bedrijf is fout.
Corona heeft bewezen hoe dom schaalvergroting is. Chinese mondkapjes zijn weliswaar door kinderhanden gemaakt maar een cent goedkoper, dus hadden we er te weinig toen we ze nodig hadden. Goedkoop is duurkoop. In diezelfde tijd werd Swanewoerd Zorggroep Raalte, en dat werd weer ZGR. Er was ook nog iets met Mien of zo, hoe dan ook: de maaltijdverzorging ging naar Ding Dong.
Ik zie die maaltijden wel eens bij mijn moeder op tafel staan. Ik denk dan altijd gelijk aan euthanasie. Moet ik later die laffe hap uit een bak plastic ook vreten? Kwakje aardappelpuree, plukje weke groente, plasje nat dat jus heet en paneermeel waar ze wat vlees ingedrukt hebben. Ik zie niet een kok met liefde borden vullen, maar een vakantiewerker aan een hendel trekken voor een dot aardappelsmurrie. Tafeltje dekje, ezeltje strek je, om het er eens lekker uit te poepen…
Eens in de week mag mijn moeder haar eten voor alle dagen vaststellen. De kok doet per dag een maaltijdvoorstel. Met daaronder de optie om per onderdeel te veranderen. Mijn moeder streept in dat koksvoorstel weg wat ze niet wil en vinkt daaronder de vervanger aan. “ik kan niet meer koken, maar zoals zij die pannenkoeken bakken, dat kan ik gerust nog een stuk beter.” Dus streept ze pannenkoeken door en vinkt daaronder gekookte aardappelen aan.
Nu het van Dronten komt, zit er steeds iets anders dan besteld, onder het cellofaantje in het vacuüm getrokken plastic bakje met mijn moeders naam erop gestickerd.
Heb ik ze gevraagd hoe dat zit. Hun antwoord: “Er wordt menu van de kok aangekruist en daarna dingen doorgestreept om vervolgens andere keuzes daaronder te maken. Helaas kan het scanapparaat dit niet onderscheiden en krijgt menu van de kok (wat ook is aangekruist) de voorkeur boven de ingevulde eigen keuzes daaronder.”
Snap je? Mijn moeder niet.
Bij Ding Dong dus niet meer. Want door de schaalvergroting werken daar geen mensen meer, maar computers. En dan mag je niet meer buiten de lijntjes kleuren. Een vinkje is een vinkje. En iets doorstrepen ziet niemand.
Vanuit de slogan ‘een leven lang leren’ heb ik mijn moeder uitgelegd hoe het door die kostenbesparende schaalvergroting nu werkt. Dat er geen mensen meer naar kijken en dat ze precies moet doen wat een ander haar opdraagt. “Maar daar ben ik toch geen 89 voor geworden?” zei ze nog. Ik zeg: “Het is kiezen is of delen ma, of je krijgt ‘lentegroente’ en ‘zalmbakje’ zonder een idee te hebben wat de kok van de dag daar mee bedoelt, of je vinkt volgens hun eisen aan wat je wel en niet wil.”
Dan krijg je ze wel aan het leren.
Het heeft me nog drie weken gekost voordat ze het foutloos deed. Nu probeer ik haar nog zo ver te krijgen dat ze het eten vanuit die plastic schaaltjes op het servies doet waar ze ook altijd van at toen mijn vader nog leefde.
En iedere maand zet ik de plastic container aan de weg, vol met lege eetbakjes. Mooier wordt het niet. Want welzijnswerk is een kostenpost en zorg moet zo efficiënt mogelijk.